6 verrassende verhalen uit onze geschiedenis
Van vunzige mopjes tot horrorfilms
De grote lijnen van onze Belgische geschiedenis ken je vast wel, maar er zijn ook heel wat verhalen die minder bekend zijn. De plek bij uitstek om die verhalen op te vissen is FAAM, het virtueel museum van Vlaanderen. Wij doken in de website en app vol wist-je-datjes en selecteerden er zes om mee uit te pakken op café, op familiefeestjes of - wie weet - op een volgende date? Haal je notitieboekje er maar bij!
Wist je dat …
1) … het ongeveer acht maanden duurt om 1 tapijt te maken?
Tegenwoordig gaat het vast een stuk sneller, maar in de 15e eeuw was acht maanden niet abnormaal. Geen wonder natuurlijk, want de tapijten waren ware kunstwerken. Vlamingen waren er bijzonder goed in en hun creaties vielen o.a. in de smaak bij Bourgondische hertogen. Dat was voor hen de perfecte decoratie tijdens feestjes, om macht en rijkdom mee uit te stralen. Dat tapijt lag dan ook niet op de grond, maar pronkte aan de muur. In steden als Doornik, Brussel, Brugge en Oudenaarde werkten wel duizenden spinners, wevers en ontwerpers. Samen maakten ze wandtapijten van wel 8 meter lang! Enkele van die parels kan je vandaag nog bewonderen in MOU - Museum Oudenaarde.
2) … dit beeld van Michelangelo ooit gestolen werd?
Mooi toch, deze Madonna met kind? Het staat al sinds 1514 in de O.L.V.-kerk in Brugge, maar wel met een kleine onderbreking. In 1944 werd deze Michelangelo meegenomen door terugtrekkende Duitse troepen en dat was niet het enige … Na de Tweede Wereldoorlog gingen de Nazi’s met heel wat kunstwerken lopen. Sommigen vonden hun weg terug naar hier, zoals deze Madonna, maar de meesten zijn nog steeds vermist.
Dat Michelangelo’s Madonna terug bij ons is, hebben we te danken aan de Monuments Men, een speciale militaire groep die geroofde kunst moest redden. Negen Belgen maakten deel uit van de groep, waartoe trouwens ook vrouwen behoorden. De Monuments Men vonden dit beeld, samen met duizenden andere kunstwerken, in een zoutmijn in Altaussee (Oostenrijk).
3) … vissen een populair schilderobject waren in de 17e eeuw?
En liefst nog geserveerd op een zilveren plateau. Geen taferelen onder water dus, maar als onderdeel van een rijkelijk gevuld buffet. Maar waarom was net de vis zo geliefd? Dieren uit zeeën en rivieren waren een populair voedingsmiddel in de Zuidelijke Nederlanden in de 17e eeuw. Grote abdijen kweekten zelfs zoetwatervissen zoals karpers in hun eigen vijvers. Geen wonder dat ze dus verschenen in de talrijke stillevens. Ze zijn vaak zo gedetailleerd dat je ze bijna kan ruiken … Benieuwd naar zo’n geverfde vis? In het Snijders&Rockoxhuis in Antwerpen vind je heel wat mooie voorbeelden.
4) … Filips de Goede van seksueel getinte moppen hield?
Hoofse ridders en kuise prinsessen, dat was niets voor de Bourgondische hertog Filips de Goede. Aan het Bourgondische hof konden ze wel tegen een seksueel getint grapje. Dat bewijst het boek op zijn nachtkastje: ‘Les cent nouvelles nouvelles’ is een 15e eeuwse bundel vol kortverhalen waarin personages elkaar bedriegen en losbandige seks op elke bladzijde terugkeert.
De visie op seks was in de middeleeuwen dan ook veel losbandiger en toleranter dan wat we vandaag vaak denken. Los van de kerk dan, die zelfs richtlijnen voor standjes introduceerde. Niet alleen de Bourgondiërs, maar ook de gewone burgers droegen vaak erotische symbolen, zoals vliegende penissen of vagina’s op pootjes. Die prachtexemplaren kan je vandaag nog in het Yper Museum bewonderen.
5) … er monsters in de mijnen zaten?
Geen ordinaire dag voor de Maastrichtse mijnwerkers. In 1778 scheen het licht van hun toortsen op een gigantische schedel van wel een meter lang! Was het een walvis? Of een grote krokodil? De toenmalige wetenschappers begrepen er niets van, want voor hen had God de wereld op één dag geschapen en was iets als ‘een fossiel’ totaal onbekend.
Op het einde van de 18e eeuw werden er steeds meer fossielen ontdekt en toonde de Franse natuurwetenschapper Georges Cuvier aan dat er héél lang geleden een periode was waarin er wel dieren, maar nog geen mensen leefden. Onze Maastrichtse zeehagedis (of beter gezegd ‘mosasaurus’) was waarschijnlijk 65 tot 75 miljoen jaar oud en wel 15 meter lang! Ook zin om te voelen wat de Maastrichtse mijnwerkers voelden? Bekijk dan een van de fossiele reconstructies in De wereld van Kina in Gent.
6) … oude beamers zorgden voor steengoede horrorshows?
Beamers gaan al lang mee, maar ze zagen er niet altijd hetzelfde uit. Op het einde van de 19e eeuw gebruikten de leerkrachten op school een toestel dat ze ‘de toverlantaarn’ noemden. Dat was een houten of metalen doos waarin een gloeilamp brandde. Afbeeldingen plaatste je dan op een lens en voilà, daar is je beeld.
Nóg langer geleden, in de 17e en 18e eeuw, zat er geen gloeilamp, maar een kaars- of olielamplicht in. Dat flikkerende licht zorgde ervoor dat het beeld lichtjes heen en weer bewoog. Lantaarnmakers profiteerden van het mankementje en maakten voorstellingen waarin ze demonen en geesten opriepen. Die horrorshows werden al snel razend populair. Meer weten over deze toverlantaars en andere voorlopers van de fotografie? Het Antwerpse FOMU geeft je alle antwoorden.
Ontdek nog meer verrassende verhalen op FAAM
Al deze mooie verhalen komen van FAAM, het virtueel museum van Vlaanderen. Via een leuke website en app leert FAAM je meer over onze geschiedenis en ons erfgoed. Het blijft trouwens niet bij verhalen alleen. Op de app kan je wezens of kunstwerken tot leven wekken met Augmented Reality en er zijn ook heel wat spelletjes die je extra uitdagen. Benieuwd?