7 musea met prachtige architectuur
Wanneer een museumgebouw zelf een kunstwerk is
We kijken graag rond in de museumzalen, naar alle verhalen en stukken die er voor ons liggen. Maar soms begint je bezoek al eerder: bij de buitenkant! Ook achter de architecturale vormgeving van een museumgebouw schuilen grote kunstenaars, architecten en ingenieurs. Laat je bekoren door deze prachtige, ingenieuze en bezielde museumgebouwen.
1) Villa Empain: een must-see in art deco
Kan de art-decostijl je wel bekoren? Dan moet je in Elsene zijn. In 1930 startte de toen 22-jarige Louis Empain met de bouw van zijn villa. Michel Polak, een populaire architect van die tijd, maakte de klus af en het resultaat mag er zijn. Bewonder dit stukje erfgoed met zijn natuurlijke lichtinval, marmer en graniet, smeedijzer, mozaïeken en een chic buitenzwembad als kers op de taart.
2) Le Grand-Hornu: twee musea op werelderfgoed
Wist je dat de site van Le Grand-Hornu UNESCO Werelderfgoed is? Het bevindt zich in een oude steenkoolmijn en met je museumpas kan je er binnen in zowel het Centrum voor Innovatie en Design (CID) als het Museum voor Hedendaagse Kunsten (MACS). De site is een voorbeeld van het industrieel neo-klassieke patrimonium in Europa met zijn typische booggewelven, geveldriehoeken en halfronde vensters. Wanneer je er rondwandelt, passeer je ook enkele mijngebouwen, een crypte, een arbeiderswijk, het kasteel De Gorge, paardenstallen én mijnschachten. Daar ben je een dagje mee zoet!
3) Kazerne Dossin: een monument in de stad
Vanuit Kazerne Dossin in Mechelen werden in de Tweede Wereldoorlog meer dan 25.000 Joden, Roma en Sinti weggevoerd naar Auschwitz- Birkenau. Een bikkelhard verhaal waar de architecten van het gebouw mee aan de slag zijn gegaan. In het huidige museumgebouw zijn de ramen die uitkijken op de kazerne duidelijk dichtgemetseld met 25.000 witte stenen, als nadrukkelijke herinnering. Achter de serene witte muren vind je een museum in de vorm van een vijfhoek, met in de punt grote glaspartijen als teken van hoop. Daarmee werd Kazerne Dossin niet alleen een museum, maar ook een herdenkingsmonument.
4) Het Autrique-huis: een cadeautje van Victor Horta
Wie Brusselse architectuur zegt, zegt Victor Horta. In onze hoofdstad vind je nog heel wat souvenirs van de art nouveau architect terug. Zo blinkt op de Haachtsesteenweg in Schaarbeek nog steeds zijn eerste opvallende gebouw: het Autrique-huis. Binnen de muren wisselen verschillende tentoonstellingen elkaar af, maar de echte troef is het gebouw zelf. Krullende trapleuningen, fleurig behangpapier en vloeren vol mozaïek. Je weet niet waar eerst te kijken!
5) GlazenHuis: glasheldere architectuur
Ben je in de buurt van het GlazenHuis - het museum rond glaskunst in glasstad Lommel - dan valt meteen de 30 meter hoge kegel van glas en staal op. Via de spiraalvormige trappen aan de binnenkant kan je zelfs tot boven in de spits klimmen! Rond de kegel zit een glazen kooi met drie ondergrondse exporuimtes. De architect koos voor een sober kleurenpalet van wit en grijs en daar is een goede reden voor: het zorgt ervoor dat de kleurrijke glaskunstwerken nóg meer in het oog springen. Harmonie tussen collectie en gebouw, daar worden we blij van.
Opgelet: door verbouwingswerken in het GlazenHuis is enkel de tentoonstelling toegankelijk (zie openingsuren)
6) MAS: het landmark van Antwerpen
Het Museum aan de Stroom (MAS) bepaalt mee de skyline van Antwerpen. De unieke architectuur van deze 60 meter hoge toren is geïnspireerd door de 19e eeuwse pakhuizen rond de dokken in deze wijk. De museumzalen binnenin zijn in een spiraal op elkaar gestapeld, 9 verdiepingen hoog. Boven, na een ‘verticale stadswandeling’, kan je genieten van een prachtig uitzicht over de stad en de haven. De buitengevel van het MAS is bekleed met dieprode zandsteen én 3.185 ‘Antwerpse handjes’. Had jij ze al gezien?
7) Trinkhall: lichtpuntje op een donkere dag
Midden in het Parc d'Avroy in Luik ligt het Trinkhall museum. Het is een ontwerp van architectenbureau Beguin-Massart en vooral de bijzondere bekleding trekt de aandacht. De buitenkant is gehuld in opaliet, een kunstmatige steen waar het licht zachtjes doorheen schijnt. Dat maakt niet alleen de buitenkant, maar ook de binnenkant van het museum een streling voor het oog. De lichtrijke ruimte wisselen expo’s rond moderne kunst elkaar af, allemaal gecreëerd door kunstenaars met een verstandelijke beperking.
Mag het wat meer zijn?
Er zitten nog veel meer architecturale parels in de 240 musea die je met de museumpas bezoekt. Benieuwd?