8 musea waar je andermans interieur kan zien

Nóg beter dan scrollen door foto’s op immosites? Andermans huis gewoon binnenwandelen. In deze 8 musea kan het.

1) Kasteel van Seneffe: terug naar de 18de eeuw

Het Kasteel van Seneffe werd gebouwd in de 18de eeuw, als ‘bescheiden’ buitenverblijf van ondernemer Julien de Pester, baron van Seneffe. Het is een classicistische parel met minutieus versierde schouwen en prachtige parketvloeren. Kuier in de uitgestrekte tuin, aangelegd volgens de oorspronkelijke plannen, en je waant je in een roman van Jane Austen.

2) Hortamuseum: in het huis van de architect

Wie Brusselse architectuur zegt, zegt Victor Horta. Zijn herkenbare art nouveau-stijl, gebaseerd op de natuur, duikt nog steeds in het straatbeeld op. Het Hortamuseum is daar het mooiste voorbeeld van. Dit is het woonhuis en werkatelier van Horta himself, met gouden trapleuningen, een living met zicht op de tuin en de allermooiste dakkoepel die je ooit gezien hebt. Recent opende er nog een extra ruimte, waar je de renovatie van het gebouw stap voor stap kan zien. Zelfs Brad Pitt kwam hier al langs! Eentje waar je dus niet omheen kan. 

Meer Horta? Ook het Autrique-huis is de moeite waard, een knap gerestaureerd woonhuis van de hand van de architect in hartje Schaarbeek.

3) Adornesdomein: oase van rust in de stad

Welkom in het nederige stulpje van de familie Adornes, enkele vooraanstaande bewoners van het 15e eeuwse Brugge. Veeg je voeten en stap binnen in de godshuisjes, waar filmpjes, puzzels en quizzen je onderdompelen in de rijke geschiedenis van de familie. De heer des huizes, Anselm Adornes, was zakenman, diplomaat én ridder. Hij bouwde de godshuisjes voor alleenstaande vrouwen, een beetje het bejaardentehuis avant la lettre. Naast de godshuisjes kan je ook de magnifieke Jeruzalemkapel binnen wandelen en nadien neerploffen in de Scottish lounge met een theetje in de hand.

4) Villa Empain: luxueus art-decopaleis

Villa Empain in Elsene is zonder twijfel een van de mooiste huizen van Brussel. Wij woonden nog thuis op ons eenentwintigste, maar baron Louis Empain liet op die leeftijd een hotel bouwen met gevels uit gepolijst graniet en bezet met bladgoud van 23 karaat. Het was zijn droom dat de villa ooit een museum zou huisvesten, en zo geschiedde. De strakke art-decolijnen leiden je langs kamers in meer soorten marmer en exotisch hout dan je op Pinterest kan vinden. Blikvanger: de opvallende badkamer in felblauwe mozïek.

5) Maison Losseau: kroonjuweel van de art nouveau

We blijven nog even in de grandeur hangen. Ook in Bergen staat een huis van een welgestelde familie: Maison Losseau. De ouders van Léon Losseau kochten het herenhuis in 1873. Na de dood van zijn vader, in 1894, besloot Léon het te renoveren en te voorzien van hedendaags comfort (welkom, elektriciteit!). De renovatie duurde maar liefst 10 jaar, maar het resultaat mocht er zijn: een metalen deur met weelderige ornamenten, mozaïeken uit marmer, glasramen en meubels met een laagje goud. Voor je het herenhuis binnengaat, maak je eerst kennis met de man achter Léon Losseau. Met de reiziger, de bibliofiel én de kunstenaar. 

6) René Magritte Museum: Ceci n’est pas ma maison (of wel?)

René Magritte, de man van de appel en de pijp, was niet alleen bij ons populair. Zijn werk was zo begeerd dat het in 1950 zelfs in New York massaal werd aangekocht. De surrealistische kunstenaar woonde en werkte in Brussel en schilderde bijna de helft van zijn œuvre in een appartement in Jette. Dat zou niet in dit lijstje staan als je er niet zelf op bezoek kon! In het René Magritte Museum werd alles netjes gerestaureerd zoals Magritte het er zelf heeft achtergelaten, inclusief zijn hond op het bed. Met je museumpas bezoek je ook het gebouw ernaast, het Museum voor Abstracte Kunst waar je meer dan 200 werken bewondert uit de hele 20e eeuw. 

7) Gezellehuis: dichter bij de dichter

Een van Vlaanderens bekendste dichters woonde in Brugge: Guido Gezelle. Zijn huis werd omgetoverd tot een museum waar je de dag van vandaag naar hartelust mag rondneuzen. Volgekladde bladen, foto’s, boeken en persoonlijke voorwerpen geven je een kijk in zijn leven en werk. In de tuin werd er een moestuin aangelegd om zijn eeuwige liefde voor natuur verder te zetten. Zoek daar zeker naar De man die vuur geeft van Jan Fabre.

8) Museum en Tuinen Van Buuren: op bezoek bij de bankier

Altijd al eens willen binnengluren in een villa in Ukkel? Met je museumpas kan dat. In een rustige straat staat de feeërieke woning van bankier David Van Buuren en zijn vrouw Alice. Dat ze tamelijk welgesteld waren, zie je meteen aan het interieur, waarin schilderijen van onder andere Permeke de show stelen. Alles is er perfect: van de kleur van het tapijt tot het mandje voor de hond en de kat. Meneer Van Buuren had duidelijk oog voor detail. Sinds 1973 is het huis opengesteld als museum, onder de naam Museum en Tuinen van Buuren. Op zonnige dagen moet je zeker de tuin gaan verkennen met zijn blozend rode rozen en labyrint.