Nieuwe kamer over de restauratie van Victor Horta's atelierwoning

Met de steun van het Fonds Baillet Latour blijft het Hortamuseum nieuwe ruimten binnen het woonhuis-atelier openstellen: na de naaikamer en het fotolabo (2018), de laatste verdieping van het woonhuis (2019), opende het eerste tekenkantoor in 2020 zijn deuren op de tweede verdieping van het atelier om de verzameling afgietsels van Victor Horta onderdak te bieden. Dit jaar kunnen de bezoekers het tweede tekenkantoor op dezelfde verdieping ontdekken!
Deze sobere ruimte, oorspronkelijk een tekenatelier, informeert de bezoeker over de geschiedenis van de restauratie van het woonhuis-atelier. Deze ruimte zal worden opgenomen in het bezoekersparcours van het woonhuis-atelier.

Bij zijn terugkeer uit Amerika na de Eerste Wereldoorlog, verhuist Victor Horta zijn woning en ateliers en stelt de twee gebouwen van de Amerikaansestraat te koop om zich te vestigen op de Louizalaan. De twee huizen worden gescheiden en het atelier wordt een eengezinswoning.
Veertig jaar later koopt de gemeente Sint-Gillis het woonhuis (1961). De inrichting en de restauratie zijn het werk van Jean Delhaye, leerling en voorvechter van Horta. Later, tussen 1989 en 2014, vindt de tweede restauratiecampagne plaats onder leiding van architecte Barbara Van der Wee en Françoise Aubry, conservatrice van het museum. Deze laatste werd verzocht het verhaal te vertellen van deze restauratie, bekroond met de Europa Nostra Prijs in 2014.

Aan de hand van een animatiefilm worden de meest emblematische restauratiewerken doeltreffend en op poëtische wijze uit de doeken gedaan, rekening houdend met de talrijke opeenvolgende etappes. Voor een meer technische lezing kan de bezoeker de door Horta getekende plattegronden, sinds de eerste bouwvergunning in 1898 tot de in 1906 en 1908 uitgevoerde transformaties, analyseren en vergelijken. De langsdoorsneden en de opstanden van de vier gevels maken het mogelijk om zich een beeld te vormen van de tijdens de twee restauratiecampagnes getransformeerde en gerestaureerde ruimten. Ze geven tevens een overzicht van de toegevoegde, gedemonteerde en gereconstrueerde onderdelen.
Behalve de film, de plattegronden en de teksten was het ook belangrijk om aan deze geschiedenis een zekere materialiteit te verlenen. Dankzij de creatie van thematische kleurenkaarten die getuigen van het rijke palet aan kleuren en texturen in het museum, krijgt de bezoeker een beter idee van de door Horta gebruikte gamma’s en van het raffinement van het huis.
Achter elke restauratie gaan ook vaklui schuil: ambachtslieden en restaurateurs. Hun vakkennis en talent droegen in grote mate bij tot de restauratie van het woonhuis-atelier. Een laatste muur toont hun portretten en benadrukt nogmaals het belang van vakmanschap.