Op citytrip in Charleroi
Als bestemming voor een citytrip ligt Charleroi niet meteen voor de hand - was dat niet die stad van voetbal en vliegtuigen? Zeker, maar de stad aan de Samber heeft nog véél meer te bieden. Volg de voetsporen van ‘Spirou’ - stripheld Robbedoes - en duik diep in het mijnverleden, om vervolgens boven te komen in de wereld van de hedendaagse kunsten.
Diep onder de grond in Bois du Cazier
Spring op de trein en koop een ticketje richting Charleroi-Centraal. (Met de museumpas reis je trouwens 5 keer aan halve prijs!). Bij aankomst zwaai je even naar Robbedoes, een geliefd personage in de stad, want het gelijknamige en beroemde stripblad ontstond al in 1938 (!) bij uitgeverij Dupuis in … Charleroi natuurlijk.
Het is verleidelijk om meteen de stad in te duiken, maar je begint je trip met een ommetje: met een duik in het veelbesproken mijnverleden van de stad, op de site van Le Bois du Cazier. Daarvoor neem je de bus richting Marcinelle. Het korte ritje alleen al is een vorm van time travel, want hoe dichter je de museumsite nadert, hoe meer terrils rondom er oprijzen uit het landschap. Het verleden mag dan al stoffig zijn, de site van Bois du Cazier is een helder en modern complex dat de oude gebouwen in hun glorie laat, maar binnenin met een dynamische opstelling het verhaal van de mijnsite vertelt.
Dat verhaal maakt iedereen een beetje stil, want het museum draait vooral om de grote mijnramp van 1956, toen honderden mijnarbeiders bij een brand op de site het leven lieten. Stapsgewijs neemt het museum je mee naar dat dramatische moment, via een reconstructie van de donkere gangen, waar je via geluidsfragmenten en aangepaste belichting een echte ‘mijnervaring’ krijgt. Wanneer je vervolgens de prachtige portretten ziet van de mannen die nooit meer boven kwamen, is het even slikken.
Maar Le Bois du Cazier vertelt niet enkel een verhaal uit het verleden - in een volgende zaal legt het museum naadloos de link met arbeidsmigratie van nu. Je kan er een nagebouwd klein arbeidershuisje betreden (even schrikken, die benepen ruimte!).. Grote gezinnen, klein behuisd, die hier zwaar werk kwamen doen, in de hoop op een beter leven - de geschiedenis herhaalt zich, met slechts een klein accentverschil, zo lijkt het museum te suggereren.
Volgende stop: de schone kunsten van BPS22
Tijd om terug naar de stad te keren. Wanneer je weer bij het station bent, wandel je verder richting BPS22, het Museum voor kunst van de Provincie Henegouwen. Een wandeling van zo’n 25 minuten pal door de stad (of neem een metro voor ‘t gemak).
Het museum kreeg recent een grondige make-over. De lichte exporuimte is mooier dan ooit en heeft plaats voor maar liefst vier tijdelijke tentoonstellingen! In ‘Stayin’ Alive’ toont BPS22 hoe Paul Valéry en Yves Adrien allebei een afkeer hadden van musea, terwijl je in ‘Merci Facteur ! Mail art #5’ de mooiste postkaartenkunst tegenkomt. Verder maak je er kennis met het werk van twee Jean-Pierres: de olieverfschilderijen van Ransonnet en de zeefdrukken van Point.
Mag het wat meer zijn?
Charleroi heeft nog twee musea voor jou in petto. Ze liggen een korte busrit van het centrum verwijderd, maar zijn de extra moeite meer dan waard:
- Fotografiemuseum: In het ruime en rustige complex huizen meer dan drie miljoen negatieven en 80.000 afdrukken, die samen de geschiedenis van de fotografie weerspiegelen. Naast dit historische overzicht wordt de site vaak ingepalmd door fris werk van hedendaagse fotografen. Zo’n drie keer per jaar lanceert het museum een nieuwe reeks tentoonstellingen. De permanente collectie is gratis met de museumpas, maar voor de tijdelijke tentoonstelling betaal je een supplement van 4 euro.
- Wetenschappelijk Cultuurcentrum - ULB: Wat heeft een giraf gemeen met een rat? Hoe wordt een plas water een regenwolk en hoe geniaal zijn onze genen? Het museum raakt elke wetenschapstak aan via tijdelijke expo’s en een hele agenda vol workshops en evenementen.